Geen rechtsgeldig ontslag op staande voet voor werknemer die zich verslapen had

Geen rechtsgeldig ontslag op staande voet voor werknemer die zich verslapen had

Nadat een werknemer zich verslapen had, had de werkgever de deur van de woning ingetrapt en was het huis en de slaapkamer van de werknemer betreden. Toen de werknemer de andere dag niet kwam werken, had de werkgever hem ten onrechte op staande voet ontslagen.

Bij een werkgever werkt sinds 2021 een werknemer als chauffeur. Eind juni 2023 is de werkgever rond vier uur ’s ochtends naar de woning van de werknemer gegaan, heeft de voordeur van de woning ingetrapt, is de woning binnengegaan en heeft de slaapkamer van de werknemer betreden. Twee weken later schrijft de werkgever daarover in een Whatsappbericht aan de werknemer dat een collega om 4:15 uur tevergeefs bij de werknemer aan de deur is geweest om hem te wekken, maar dat kloppen en bellen niet hielp, waarna de werkgever om 4:45 uur zelf naar de woning van de werknemer is gegaan en dat hij toen uiteindelijk de deur heeft ingetrapt en de werknemer heeft gewekt omdat hij zich zorgen maakte over de werknemer. De werkgever zou daarop hebben toegezegd om de schade aan de deur te vergoeden, waarna hij de woning direct heeft verlaten.
In hetzelfde Whatsappbericht schrijft de werkgever dat hij het ontslag van de werknemer met terugwerkende kracht tot de dag na de dag van het voorval bekrachtigt, omdat de werknemer zonder bericht twee weken lang niet is komen werken en tegen een collega verklaard zou hebben dat hij ook niet de intentie heeft om nog te komen werken. Nog ongeveer twee weken later heeft de werkgever het met terugwerkende kracht eindigen van de arbeidsovereenkomst nog eens in een brief bevestigd.
De werknemer berust in het ontslag, maar verzoekt de kantonrechter om de werkgever te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding wegens voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, de transitievergoeding en een billijke vergoeding. De werkgever verweert zich door te stellen dat de werknemer op grond van een dringende reden op staande voet is ontslagen.
De kantonrechter oordeelt echter dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. De kantonrechter gaat daarbij uit van een ontslag op de dag na het voorval, omdat de werkgever stelt de werknemer met terugwerkende kracht tot die dag te hebben ontslagen en omdat de werknemer ook stelt dat hij op grond van een gesprek met de werkgever op die dag heeft aangenomen dat hij ontslagen was. Het gedurende twee weken niet komen werken heeft zich pas na het ontslag op staande voet voorgedaan en kan dus niet de reden van het ontslag zijn. Dat de werknemer zijn werkzaamheden niet direct heeft hervat acht de kantonrechter begrijpelijk, gelet op het feit dat de werkgever de deur van zijn woning had ingetrapt en zijn woning en slaapkamer had betreden. De werkgever had over dat incident het gesprek met de werknemer moeten aangaan om dat uit te praten alvorens de werknemer op te roepen om het werk te hervatten. Pas als de werkgever de werknemer daarna zou hebben gewaarschuwd dat wegblijven tot ontslag zou kunnen leiden, zou een ontslag aan de orde kunnen komen.
Verder is volgens de kantonrechter onjuist dat de werknemer twee weken lang niets van zich heeft laten horen. Het zou juist de werknemer zijn die tevergeefs geprobeerd heeft om met de werkgever contact op te nemen. Dat de werknemer tegen collega’s gezegd zou hebben dat hij niet meer voor de werkgever wilde werken, blijkt volgens de kantonrechter bovendien nergens uit.
De werkgever moet daarom de gefixeerde schadevergoeding betalen wegens de voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat is een bedrag gelijk aan het bruto loon tot aan de dag waarop de werkgever met inachtneming van de opzegtermijn had kunnen opzeggen. Ook moet de werkgever de transitievergoeding betalen. En omdat een ongeldig ontslag op staande voet volgens de wet per definitie ernstig verwijtbaar is, moet de werkgever ook een billijke vergoeding van € 7.500 betalen. Bij de vaststelling van de hoogte van die billijke vergoeding heeft de kantonrechter onder meer rekening gehouden met het feit dat de werknemer eind september 2023 weer ander werk had gevonden en dat onvoldoende onderbouwd is dat de werknemer door het incident een trauma heeft opgelopen.

bron : https://www.vanzijl-advocaten.nl/artikelen/arbeidsrecht-actueel/Geen rechtsgeldig ontslag op staande voet voor werknemer die zich verslapen had

Geen reactie's

Geef een reactie