28 jun Ontslag op staande voet wegens onterechte ziekmelding
Door, ondanks uitdrukkelijke waarschuwing van de werkgever om dat niet te doen, op een druk moment van één van de drukste dagen van het jaar naar huis te gaan op basis van een ziekmelding in twijfelachtige omstandigheden, had de werkgever de werknemer terecht op staande voet ontslagen.
Bij een restaurant was sinds augustus 2022 een afwasser in dienst die werkte op basis van een nulurencontract. Op Tweede Kerstdag van 2023 was deze afwasser om 12:00 uur aan zijn dienst begonnen. Rond 19:00 uur was hij ziek naar huis gegaan omdat hij keelpijn zou hebben. Dat gebeurde echter pas nadat aan hem de kerstgratificatie van € 50 was uitbetaald, om welke uitbetaling hij eerst meerdere malen had gevraagd. De kok, zijn leidinggevende, had hem meerdere malen gewaarschuwd om de werkplek niet te verlaten en dat hij op staande voet zou worden ontslagen als hij dat wel zou doen. De werknemer vertrekt echter toch en wordt dan op staande voet ontslagen. Bij de kantonrechter vordert hij dan vernietiging van het ontslag op staande voet en doorbetaling van loon.
De kantonrechter moet dan vaststellen of er een dringende reden was voor dat ontslag. Volgens de werkgever vormde de ongeloofwaardige ziekmelding op het drukste moment van één van de drukste avonden van het jaar de dringende reden. De werkgever stelt dat de werknemer helemaal niet ziek was en wijst op het feit dat de werknemer niet naar huis gegaan is maar naar een ander restaurant om daar te solliciteren.
Op basis van verklaringen van de kok, een collega, de manager van het restaurant en de eigenaresse van het andere restaurant gaat de kantonrechter in het standpunt van de werkgever mee. De kantonrechter acht daarbij van belang dat van de medische klachten van de werknemer niets was gebleken voordat de kerstgratificatie was uitbetaald. Bovendien zou keelpijn op zichzelf niet betekenen dat de werknemer niet kon werken.
De verklaringen van de werknemer worden door de kantonrechter ongeloofwaardig geacht. Aanvankelijk had hij keelpijn als reden voor de ziekmelding aangevoerd, maar tijdens de zitting had de werknemer ook buikkramp en borstpijn aangevoerd. De werknemer was ook niet naar huis gegaan maar naar een ander restaurant. Ook de verklaring die de werknemer daarvoor had gegeven was volgens de kantonrechter niet geloofwaardig. De werknemer had gesteld dat hij naar dat andere restaurant was gegaan omdat een vriend die kok was bij dat andere restaurant hem bij het verlaten van het restaurant had gezien en hem had geadviseerd om bij dat andere restaurant te solliciteren. Maar dat andere restaurant lag op een afstand van 200 meter en de kantonrechter vond het ongeloofwaardig dat een kok van dat restaurant op zo’n druk moment buiten zou hebben gestaan. Ook vindt de kantonrechter het ongeloofwaardig dat hij niet kon werken maar wel bij het andere restaurant kon solliciteren.
De werknemer had verder nog gesteld dat hij de volgende dag nog naar het restaurant was geweest en dat hij toen bij de kok kenbaar had gemaakt dat hij bereid was om te werken, terwijl de kok op die dag niet aanwezig was.
Het ontslag op staande voet hield dus stand. Omdat de werknemer ernstig verwijtbaar had gehandeld, had hij ook geen recht op de transitievergoeding.
Geen reactie's